Wanneer is er merkinbreuk?
Het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) kent vier inbreukcriteria voor vier verschillende inbreuksituaties (art 2.20, eerste lid, sub a t/m d): je mag het merk van een ander niet identiek gebruiken, maar ook niet iets dat overeenstemmend is. Dat mag niet voor dezelfde waren of diensten, maar ook niet voor soortgelijke en zelfs niet voor niet-soortgelijke waren of diensten. Tot slot is ‘elk ander gebruik’ van iemands merk evenmin toegestaan. Dat leidt dus tot een zeer ruime merkbescherming!
Dirk Visser over de dagelijkse praktijk
prof mr Dirk Visser (Rijksuniversiteit Leiden)(fragment 2004)
Inbreukcriteria en kernbegrippen
Er zijn dus 4 criteria voor merkinbreuk. De praktijk praat er ook in die termen over. Dus - is dit een inbreuk onder b. of onder c. En dat betekent dan een wereld van verschil!
De criteria onder a-c zijn geharmoniseerd in de EG-richtlijn(en). Het vierde inbreukcriterium mag een land in zijn wet opnemen, maar hoeft dat niet te doen. In de BBIE is het criterium dus wel opgenomen.
Kernbegrippen uit de criteria:
uit a. Dezelfde waren of diensten
uit b. Overeenstemmend teken
uit c. Ongerechtvaardigd voordeel, afbreuk aan reputatie
uit d. Anders dan ter onderscheiding