Inleiding Naburige rechten

Naburige rechten gaan over de bescherming van vier specifieke niet creatief geachte prestaties (dus geen auteursrecht mogelijk). Het beschermt de “prestaties” van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen, omroeporganisaties en filmproducenten.

Andere termen waarmee naburige rechten ook wel worden aangeduid zijn: ‘aangrenzende rechten’, ‘verwante rechten’ (regelgeving Europees niveau, België), ‘droits voisins’, ‘Verwandte Schutzrechte’ (of ‘Nachbarrechte’), ‘neighbouring rights’.

Doel

Het doel van de wettelijke regeling inzake naburige rechten is om aan uitvoerenden en enkele andere groepen een zelfstandig IE-rect te geven op hun prestatie.

De prestaties van uitvoerenden en anderen halen in het algemeen de auteursrechtelijke oorspronkelijkheidsdrempel niet. Uitvoerenden krijgen (dus) geen auteursrecht.

Om hun positie ten opzichte van gebruikers te versterken werd het wenselijk geacht een afzonderlijk IE-recht in het leven te roepen.

Wet- en regelgeving

  • de Conventie van Rome 1961 (CvR)
  • de Conventie van Geneve 1971 (CvG)
  • EG-richtlijn 92/100 uit 1992 (naburig recht filmproducenten)
  • WIPO-Verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen (1996)

De Nederlandse wettelijke regeling inzake de naburige rechten is niet – zoals veelal wel in het buitenland het geval is – opgenomen als bijzonder hoofdstuk in de Auteurswet, maar is ondergebracht in een afzonderlijke wet: de Wet op de Naburige Rechten (WNR).