Wanneer is er auteursrechtinbreuk?

Er is een auteursrecht-inbreuk wanneer iemand het werk van een ander openbaar maakt of verveelvoudigt zonder diens toestemming en zonder zich te kunnen beroepen op een wettelijke beperking van het auteursrecht. Je maakt ‘het werk van een ander openbaar’ als je jouw werk aan dat andere werk hebt ontleend, bewust of onbewust. Als dat niet zo is, en je je werk helemaal zelfstandig hebt gemaakt (en dat kunt bewijzen!), dan heb je ‘een nieuw, oorspronkelijk werk’ gemaakt en is er geen inbreuk.

Er is ook geen inbreuk wanneer je iets doet met het werk van een ander binnen ‘de beperkingen bij de wet gesteld’ (d.w.z. binnen de artikelen 15-25 Auteurswet). Dat gebruik mag, zij het dat je er soms een vergoeding voor moet betalen. Maar ook als dat moet kan de rechthebbende het gebruik niet verbieden.

Wat mag alleen de maker?

Het auteursrecht geeft twee exclusieve rechten aan de maker: om een werk openbaar te maken en om het te verveelvoudigen. De auteursrechthebbende is de enige die dat mag. Niemand anders mag dat, tenzij die natuurlijk toestemming heeft gekregen (van de rechthebbende) of wanneer er een beroep kan worden gedaan op een wettelijke beperking van op het auteursrecht.

Auteursrechtelijke bevoegdheden in het kort

Openbaar maken

Verhuur, voordracht, uitzenden, op- of uitvoering

Verveelvoudigen

Kopiëren (cut&paste), vertalingen, verfilmen, ergens een andere vorm aan geven

Openbaarmaken en verveelvoudigen in en digitale wereld

In een digitale wereld doen zich vragen voor bij hyperlinking, embedden en downloaden. Mag dat (auteursrechtelijk) of mag dat niet? En wat zijn de criteria dan?