Test Naburige rechten 5/10
Anders dan bij uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen bestaan de exploitatierechten van omroeporganisaties enkel en alleen uit exclusieve rechten (art. 8 WNR), ook ten aanzien van het secundair gebruik van hun uitzendingen. Wat betekent dat nu bijvoorbeeld?
- A Dat de omroeporganisatie het openbaar maken van opnamen van programma's of reproducties daarvan kan verbieden, ongeacht welke technische hulpmiddelen daarbij worden gebruikt.
- B Dat het vertonen van televisiebeelden in openbare gelegenheden, waarbij gedacht kan worden aan het gezamenlijk genieten van de Champions League in de kroeg, in beginsel door de desbetreffende omroep, die de uitzending verzorgt, kan worden verboden.
- C Dat deze naburige rechten voor omroeporganisaties slechts in beperkte mate van belang zijn. Een omroeporganisatie zal in het algemeen reeds beschermd zijn via de Auteurswet, omdat het uitgezonden programma als 'filmwerk' kan worden gekwalificeerd.
Dit is onjuist. Dat de omroeporganisatie het openbaar maken van opnamen van programma’s of reproducties daarvan kan verbieden, ongeacht welke technische hulpmiddelen daarbij worden gebruikt, is gewoon een omschrijving van één van hun naburige rechten (art. 8 WNR) en heeft niets met ‘secundair gebruik van de uitzending’ te maken!
Dat is juist. Het is overigens opmerkelijk dat omroeporganisaties, in tegenstelling tot uitvoerende kunstenaars en producenten, wél een onverkort verbodsrecht is toegekend ter zake van het secundair gebruik van hun uitzending.
Op zich is juist dat de naburige rechten voor omroeporganisaties slechts in beperkte mate van belang zijn, omdat het uitgezonden programma als ‘filmwerk’ kan worden gekwalificeerd en dus auteursrechtelijk beschermd is. Dat wordt echter niet bedoeld met ‘secundair gebruik van de uitzending’! Je antwoord is dus niet juist.