Test Naburige rechten 4/10

De Wet op de Naburige Rechten doet voor de betrokkenen een stelsel van verbods- en vergoedingsrechten ontstaan. Welke rechthebbende kan krachtens de wet uitsluitend verbodsrechten (en dus geen vergoedingsrechten) uitoefenen?

Dat is onjuist. Uitvoerende kunstenaars hebben zowel verbods- als vergoedingsrechten. Ten principale hebben zij een verbodsrecht (ex art. 2, eerste lid WNR). Maar voor bijdragen aan een film en voor het secundair gebruik van ‘voor commerciële doeleinden uitgebrachte fonogrammen’ hebben zij ‘slechts’ een vergoedingsrecht.

Dit is onjuist. Fonogrammen-producenten hebben zowel verbods- als vergoedingsrechten. Ten principale hebben zij een verbodsrecht (ex art. 6 WNR). Maar voor het secundair gebruik van ‘voor commerciële doeleinden uitgebrachte fonogrammen’ hebben zij ‘slechts’ een vergoedingsrecht (art. 7 WNR).

Dat is juist. Anders dan bij uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen bestaan de exploitatierechten van omroeporganisaties enkel en alleen uit exclusieve rechten (art. 8 WNR), ook ten aanzien van het secundair gebruik van hun uitzending.