Test Inleiding 7/10

De belangrijkste materieelrechtelijke elementen van verdragen op het gebied van het intellectuele eigendomsrecht zijn het assimilatiebeginsel, het prioriteitsbeginsel en de tentoonstellingsprioriteit.

Wat wordt er met die verdragsrechtelijke uitgangspunten bedoeld?

Dat is juist. Hiertegenover staat het zogenoemd reciprociteitsbeginsel, dat bescherming toekent op basis van wederkerigheid.

Daar wordt soms uitdrukkelijk voor gekozen. zoals bij het chipsrecht (VINI par 2.7.2), de naburige rechten (VINI par. 2.7.3) en het kwekersrecht (VINI par. 3.8.1).

We kennen het assimilatiebeginsel uit het Unieverdrag van Parijs. Hoewel het assimilatiebeginsel ook ten grondslag ligt aan het auteursrecht, kent de Berner Conventie ook het reciprociteitsbeginsel: de Berner Conventie staat aan de aangesloten landen toe om onder omstandigheden af te wijken van het assimilatiebeginsel en bescherming onder het nationale recht slechts te verlenen op basis van wederkerigheid.

Dat is juist. We kennen het beginsel uit het Unieverdrag van Parijs (art. 4).

De voorrangstermijn verschilt per recht: twaalf maanden voor een octrooi, zes maanden voor een tekening, model en een merk

Inderdaad. Vooral voor die rechten die “nieuwheid” eisen geeft de tentoonstellingsprioriteit de gelegenheid om toch “vooraf” iets te laten zien. Let er wel op dat de soort tentoonstelling behoorlijk afgebakend is. Het geldt dus bepaald niet voor elke tentoonstelling!