Test Auteursrecht 9/10
Het uitputtingsbeginsel geldt in het algemeen voor alle intellectuele eigendomsrechten. Het betekent dat er een grens wordt gesteld aan de invloed die de rechthebbende kan uitoefenen op wat er later met zijn rechtmatig in het verkeer gebrachte producten (materiaal of exemplaren) gebeurt.
De uitputting van het auteursrecht heeft een wettelijke basis, en wel in artikel 12 Auteurswet. Wat betekent het nu wanneer het auteursrecht van een rechthebbende is uitgeput?
- A Dat betekent dat hij zijn auteursrecht kwijt is
- B Dat betekent dat hij geen beroep in beperkende zin kan doen op eventuele licentiecontracten
- C Dat betekent dat hij niets kan ondernemen tegen verdere verhandeling van exemplaren van zijn werk
- D Dat betekent dat hij een exclusieve licentie verleend heeft voor een bepaalde exploitatie-bevoegdheid, waardoor hij niet meer vrij is over diezelfde bevoegdheid ten gunste van een ander nogmaals te beschikken
Nee, dat is niet goed. Een rechthebbende is zijn auteursrecht niet kwijt. Hij kan dat gewoon nog steeds tegenover een ieder uitoefenen.
Nee, dat is niet goed. Het begrip ‘uitputting’ heeft niets te maken met de inhoud of uitleg van een licentiecontract.
Inderdaad. Uit artikel 12, tweede lid AW wordt afgeleid dat ten aanzien van (wel) in druk verschenen exemplaren het auteursrecht is ‘uitgeput’. Dat wil zeggen dat de auteursrechthebbende zich niet kan verzetten tegen verdere verhandeling van exemplaren van het werk, indien die exemplaren door of namens die rechthebbende rechtmatig in het verkeer zijn gebracht.
En wat nu als er wel auteursrecht is maar geen fysieke exemplaren? Dus: bestaat er ook zoiets als uitputting van digitale “exemplaren”, zoals software, e-books en muziekbestanden? Als je daarover iets meer wilt weten, kijk dan in VINI paragraaf 2.6.9 of lees dit er maar over.
Nee, dat is niet goed. Het begrip “uitputting” heeft niets te maken met het verlenen van een exclusieve licentie.