Internationaal octrooisysteem

Het Octrooisamenwerkingsverdrag (Patent Cooperation Treaty; PCT) geeft een reeks regels voor een wereldwijde octrooiaanvraagprocedure. Eind 2015 zijn 145 landen aangesloten. De aanvrager dient één aanvrage in, waarbij de landen worden aangewezen waarin men bescherming wenst. Het onderzoek of de aanvrage nieuw is en octrooieerbaar vindt centraal plaats bij één van de International Searching Authorities. Na verschijning van het nieuwheidsrapport kan de aanvrager beslissen in welke landen hij zijn aanvrage wil doorzetten. Dan wordt de internationale aanvrage gesplitst in even zovele nationale aanvragen als er landen zijn aangewezen. Het overige onderzoek wordt in elk land afzonderlijk uitgevoerd.

En dan verder

Nadat het nieuwheidsonderzoek is uitgevoerd zijn er twee mogelijkheden:

  • indien Nederland (onder meer) is aangewezen kan de aanvrage niet leiden tot een normale nationale procedure en eventueel tot een registratie-Rijksoctrooi (art. 18 ROW 1995). Een dergelijke aanwijzing wordt wettelijk aangemerkt als een verzoek van de aanvrager tot verkrijging van een Europees octrooi;
  • één of meer Europese landen zijn (onder meer) aangewezen. Dat leidt tot het volgen van de ‘Europese weg’ en op het einde van die weg eventueel tot een ‘Europees octrooi’ dat (uitsluitend of onder meer) een Nederlands octrooi bevat.

De internationale octrooiprocedure van het PCT vind je hieronder in een schema:

Waarom de PCT route?

Een belangrijk voordeel is dat je door betaling van een relatief laag bedrag (een paar duizend Euro) je definitieve landenkeuze pas dertig maanden na de prioriteitsdatum hoeft te maken.Je kan dus wachten met het indienen in vele landen, en met de daaraan verbonden kosten.

Daarnaast is een praktisch voordeel dat pas laat in het pioriteitsjaar de beslissing genomen hoeft te worden of je uberhaupt ’ in het buitenland’ wil indienen. Als je echter uiteindelijk slechts een beperkt aantal landen wilt indienen (waarbij ’ Europa’ voor één land telt) dan is de PCT route niet echt goedkoop.

Bron: Stevenhagen/VanLeeuwen/Den Hartog, Octrooien in de praktijk, Boom 2001