Werkbegrip (par. 2.3.4)

Auteursrecht heb je op een werk. Dat klinkt (veel) makkelijker dan dat het is. Het werk is een oorspronkelijke prestatie van een maker. ‘Oorspronkelijk’ wil zeggen een werk dat ‘uiting is van datgene, wat de maker tot zijn arbeid heeft bewogen’ (HR: Van Gelder/Van Rijn). ‘Het werk’ is niet de stoffelijke vorm, maar een abstracte notie (geestelijke schepping, immateriële creatie). Voor bescherming moet er echter wel een zintuiglijk waarneembare vorm zijn.

Antoon Quaedvlieg over het werkbegrip

Prof. mr. A.A. Quaedvlieg (KUN) (fragment 2004)

Begrippen in beeld

Het verschil tussen wat wel en niet beschermd is wordt wel aangeduid door te onderscheiden tussen vorm en idee, tussen vorm en inhoud of tussen de subjectieve en objectieve trekken van een prestatie, waarbij steeds het cursieve beschermd wordt. Dat maakt het een erg lastig begrip. Daar heeft de Nijmeegse hoogleraar IE Antoon Quaedvlieg het over.

Het kan dus best zo zijn dat twee mensen (‘makers’) - onafhankelijk van elkaar - eenzelfde ‘oorspronkelijk werk’ maken!

In de literatuur en rechtspraak is het criterium ontwikkeld dat er sprake moet zijn van een werk dat een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt; afgekort: EOK&PS.